<Overzicht> <Literatuur>
<Aanbevelingen> <Verwijzingen>
Over de rol van voeding en voedingstoestand
in de preventie van decubitus bestaat veel verwarring.
In
verschillende onderzoeken wordt een verband gevonden tussen slechte
voedingstoestand (of hieraan gerelateerde factoren zoals de lichaamsbouw,
lichaamsgewicht) en voedselinname enerzijds en het ontwikkelen van
decubitus anderzijds
(8)
vinden geen verband
tussen biochemische of nutritionele tekorten van zink, vitamine C,
vitamine A of vitamine E en het ontstaan van decubitus.
Slechte voedingstoestand of voedselinname is dus één van de mogelijke
kenmerken (risico-indicatoren) van patiënten die risico lopen decubitus te
ontwikkelen . Dit betekent
niet dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen voedingstoestand
of voedselinname en het ontstaan van decubitus. Dit verband is nooit
aangetoond en er is ook geen theoretische basis om dit te veronderstellen.
Of bepaalde vitaminen een rol spelen in de vorming van decubitusletsels
is nog onvoldoende
onderzocht.
Voedingstoestand kan als item dus wel gebruikt worden in een risicoschaal
om patiënten te detecteren die een verhoogde kans lopen decubitus te
ontwikkelen. Het betekent echter ook dat het uitbalanceren van de voeding
of het geven van bijkomende voedingsproducten decubitusletsels niet zal
voorkomen of het aantal letsels zal verminderen. Er is immers geen
oorzakelijk verband aangetoond. Dit in tegenstelling tot de nood aan extra
eiwitten, vitaminen, zink, ed. bij de genezing van decubitusletsels.
Het
optimaliseren van de voedingstoestand kan belangrijk zijn in het kader van
de verbetering van de algemene toestand van de patiënt (bijv. wondheling),
maar niet rechtstreeks vanuit het oogpunt van decubituspreventie. Om de
voedingstoestand te evalueren dient gebruik gemaakt te worden van valide
en betrouwbare instrumenten. Deze evaluatie dient periodiek te worden
herhaald. Slechts waar het uitbalanceren en aanpassen van de normale
voeding niet volstaat, kunnen proteïnerijke voedingssupplementen om de
voedingstoestand te corrigeren overwogen worden in het kader van het
verbeteren van de algemene toestand van een patiënt. Evaluaties van de
voedingstoestand en interventies om de voedingstoestand te optimaliseren
kunnen nooit preventieve maatregelen vervangen (10).
Patiënten
met een slechte voedingstoestand hebben een verhoogd risico om decubitus
te krijgen. Indien dit het geval is, moet met preventie gestart worden.
Beoordeel
dus regelmatig de voedingstoestand bij elke patiënt aan de hand van
een hiervoor ontwikkeld en gevalideerd instrument.
Een
slechte voedingstoestand komt vaak voor bij patiënten die een verhoogd
risico lopen op decubitus. Dit betekent niet dat de slechte
voedingstoestand decubitus veroorzaakt. Deze slechte voedingstoestand
hangt vaak samen met andere factoren, zoals een beperkte activiteit en
weinig spontane bewegingen of een verminderde reactie op pijnprikkels.
Deze andere factoren beïnvloeden wel het ontstaan van decubitus.
De
voedingstoestand corrigeren zal er niet toe bijdragen de
decubitusincidentie te verminderen. Het is noodzakelijk andere
(effectieve) preventieve maatregelen te nemen bij patiënten met risico op
decubitus.
Het
is evident dat voedingssupplementen hun
plaats hebben binnen de behandeling van oppervlakkige en vooral diepe
decubitusletsels, maar dat betekent niet dat ze als preventieve maatregel
beschouwd kunnen worden. Ook vanuit ander oogpunt dan decubituspreventie
kan een verbetering van de voedingstoestand belangrijk zijn.
De expert R.Halfens was het niet eens met deze aanbeveling.
(1)
Pinchcofsky Devin GD, Kaminski MVJ. Correlation of pressure
sores and nutritional status. J Am Geriatr Soc 1986; 34:435-440.
|
(2)
Berlowitz DR,
Wilking SV. Risk
factors for pressure sores. A comparison of cross-sectional and
cohort-derived data. J Am Geriatr Soc 1989; 37(11):1043-1050.
|
(3)
Bergstrom N, Braden B. A prospective study of pressure sore
risk among institutionalized elderly. J Am Geriatr Soc 1992;
40(8):747-758.
|
(4) Thomas DR,
Verdery RB, Gardner L, Kant A, Lindsay J. A prospective study of
outcome from protein-energy malnutrition in nursing home residents.
JPEN J Parenter Enteral Nutr 1991; 15(4):400-404.
|
(5)
Thomas DR. The role of nutrition in prevention and healing of
pressure ulcers. Clin Geriatr Med 1997; 13(3):497-511.
|
(6)
Breslow RA, Hallfrisch J, Guy DG, Crawley B, Goldberg AP. The
importance of dietary protein in healing pressure ulcers. J Am Geriatr
Soc 1993; 41:357-362.
|
(7)
Allman RM, Goode PS, Patrick MM, Burst N, Bartolucci AA.
Pressure ulcer risk factors among hospitalized patients with activity
limitation [see comments]. JAMA 1995; 273(11):865-870.
|
(8)
Breslow RA, Bergstrom N. Nutritional prediction of pressure
ulcers. J Am Diet Assoc 1994; 94(11):1301-1304.
|
(9)
Houniet H, Mathus-Vliegen E. Nutrition in relation to pressure
ulcers. EPUAP, editor.
26-9-1999. Amsterdam, 3th European Pressure Ulcers Advisory Panel Open
Meeting.
|
(10) Bennett
G, Clark M, Schols J, Benati G, Langer G, Jackson P et al. EPUAP
GUIDELINES. On the role
of nutrition in pressure ulcer prevention and management. EPUAP Review
5[2], 50-63. 2003.
|
(11) Bourdel-Marchasson I,
Barateau M, Rondeau V, Dequae-Merchadou L, Salles-Montaudon N, Emeriau
JP et al. A
multi-center trial of the effects of oral nutritional supplementation
in critically ill older inpatients.
GAGE Group. Groupe
Aquitain Geriatrique d'Evaluation.
Nutrition 2000;
16(1):1-5.
|
(12)
Bourdel-Marchasson I. Nutritional supplementation in elderly people
during the course of catabolic illnesses. J Nutr Health Aging 2000;
4(1):28-30.
|
(13)
Mathus-Vliegen EMH.
Nutritional status,
nutrition, and pressure ulcers. Nutrition in Clinical Practice 2001;
16:286-291.
|
(14) Selvaag
E, Bohmer T, Benkestock K. Reduced serum concentrations of riboflavine
and ascorbic acid, and blood thiamine pyrophosphate and
pyridoxal-5-phosphate in geriatric patients with and without pressure
sores. J Nutr Health Aging 2002; 6(1):75-77.
|
(15) Thomas DR. Improving
outcome of pressure ulcers with nutritional interventions: a review of
the evidence. Nutrition 2001; 17(2):121-125.
|
(16)
Houwing RH, Rozendaal M,
Wouters-Wesseling W, Beulens JWJ, Buskens E, Haalboom JR.
A randomised,
double-blind assessment of the effect of nutritional supplementation
on the prevention of pressure ulcers in hip-fracture patients.
Clinical Nutrition 2003; 22(4):401-405.
|
(17) Houwing R, Jonasse Y,
Van Asbeck S, Haalboom JRE.
Pressure sores are cuased by oxygen free radicals. European
Journal of Clinical Investigation 1991;21 II; 58.
|
<Start> <Overzicht>
<Literatuur> <Aanbevelingen>
<Verwijzingen>
|