Prevalentie/Incidentie
Start Omhoog Definitie Prevalentie/Incidentie Kost Oorzaken Indeling

 

De prevalentie [A] van decubitus in de Belgische instellingen voor gezondheidszorg (32291 patiënten) werd in 2000 geschat op 10.7%. Afhankelijk van het type van afdeling variëren deze prevalentiecijfers (Heelkunde: 5.9%, Interne: 8.5%, Intensieve zorgen: 19.6%, Geriatrie:19.4%). In de RVT-sector hadden 11.4% van de bewoners decubitus (1).

In een pilootstudie van de EPUAP (European Pressure Ulcer Advisory Panel) (2002) waaraan 851 patiënten deelnamen die opgenomen waren in Belgische ziekenhuizen was de decubitusprevalentie 21.1 %.  Deze hogere prevalentie, vergelijkbaar met de Nederlandse prevalentiecijfers, is waarschijnlijk te verklaren doordat elke patiënt in dit onderzoek door twee verpleegkundigen werd geobserveerd.  Eén van deze verpleegkundigen was niet verbonden aan de afdeling waar de patiënt verbleef.  Deze meer objectieve registratiemethode, gehanteerd door de EPUAP (gebaseerd op de methodologie van de Nederlandse prevalentiemetingen (2;3)) leidde ook in andere Europese landen tot de vaststelling dat het aantal decubitusletsels onderschat wordt door een onderrapportering (4).

In de Nederlandse landelijke prevalentiestudie (2002) en de Duitse prevalentiestudie (2002) werd deze methode ook gebruikt.  Voor Nederland waren de prevalentiecijfers de volgende: academische ziekenhuizen 16,5%, algemene ziekenhuizen 22,3% en verpleeghuizen 33,0% (3).  De prevalentie van decubitus in de Duitse ziekenhuizen was 25,1% (5). 

Hoe vaak patiënten decubitus ontwikkelen tijdens hun verblijf in een ziekenhuis en een bejaardentehuis (incidentie[B] van decubitus) varieert sterk van studie tot studie. In de ziekenhuissector variëren de cijfers tussen 6% en 66%. (6-28) In de bejaardensector is de incidentie hoog en worden waarden tussen 4.3% en 73.5% decubitus geciteerd (29-35).

De reeds uit 1985 daterende stelling van de Nederlandse decubitusconsensus dat “de uitspraak <bij ons komt bijna geen decubitus voor>, bij onderzoek niet blijkt op te gaan” blijft ook nu nog steeds correct (36).



[A] Prevalentie: het aantal personen met een bepaalde aandoening op een bepaald tijdstip in een populatie.
 
[B] Incidentie: het aantal (nieuwe) gevallen met de aandoening die zich voordoen in een populatie geduren­de een bepaalde periode.

Verwijzingen

(1)    Belgische Werkgroep voor Kwaliteitszorg ter Preventie van Decubitus. Decubitus en zijn kwaliteitsindicatoren. Resultaten nationale audit 18 mei 2000 en vergelijking 1995-'96-'97-'98-2000. Brussel: Belgisch Ministerie van Volksgezondheid en Leefmilieu, 2000.
(2)    Bours G, Halfens RJG, Lubbers M, Haalboom JR. The development of a National Registration Form to Measure the Prevalence of pressure ulcers in the Netherlands. Ostomy Wound Manage 1999; 45(11):28-40.
(3)    Bours G, Halfens RJ, Wansink SW. Landelijk Prevalentie Onderzoek Decubitus.  Resultaten vijfde jaarlijkse meting 2002.  1-235. 2002. Maastricht.
(4)    Clark M, Bours G, Defloor T. Pressure ulcer prevalence and monitoring project. EPUAP Review 2002; 4(2):49-57.
(5)    Dassen T, Petermann B, Heinze C, Lahmann N, Lohrmann C, Mertens E et al. Dekubitus Sturzereignisse Pflegeabhängigkeit.  Prävalenzerhebung 2002.  1-99. 2002. Berlin.
(6)    Kemp MG, Keithley JK, Smith DW, Morreale B. Factors that contribute to pressure sores in surgical patients. Res Nurs Health 1990; 13:293-301.
(7)    Stotts NA. Nutritional parameters at hospital admission as predictors of pressure ulcer development in elective surgery. Journal of Parenteral and Enteral Nutrition 1987; 11:298-301.
(8)    Stotts NA. Predicting pressure ulcer development in surgical patients. Heart Lung 1988; 17:641-647.
(9)    Tubman Papantonio C, Wallop JM, Kolodner KB. Sacral ulcers following cardiac surgery : incidence and risks. Adv Wound Care 1994; 7(2):24-36.
(10) Bergstrom N, Braden BJ, Laguzza A, Holman V. The Braden Scale for Predicting Pressure Sore Risk. Nurs Res 1987; 36:205-210.
(11) Foreman MD, Theis SL, Anderson MA. Adverse events in the hospitalized elderly. Clin Nurs Res 1993; 2:360-370.
(12) Lyder CH, Chang Yu MS, Stevenson D, Mangat R, Empleo-Frazier O, Emerling J et al. Validating the Braden scale for the prediction of pressure ulcer risk in blacks and Latino/Hiospanic elders : a pilot study. Ostomy Wound Manage 1998; 44(3A):42-49.
(13) Ek AC, Unosson M, Bjurulf P. The modified Norton scale and the nutritional state. Scand J Caring Sci 1989; 3:183-187.
(14) Salvadalena GD, Snyder ML, Brogdon KE. Clinical trial of the Braden Scale on an acute care medical unit. J ET Nurs 1992; 19(5):160-150.
(15) Berlowitz DR, Wilking SV. Risk factors for pressure sores. A comparison of cross-sectional and cohort-derived data. J Am Geriatr Soc 1989; 37:1043-1050.
(16) Goode HF, Burns E, Walker BE. Vitamin C depletion and pressure sores in elderly patients with femoral neck fracture. Br Med J 1992; 305:925-927.
(17) Versluysen M. How elderly patients with femoral fracture develop pressure sores in hospital. Br Med J 1986; 292:1311-1313.
(18) Günnewicht BR. Pressure sores in patients with acute spinal cord injury. Journal of Wound Care 1995; 4(10):452-454.
(19) Mawson AR, Biundo JJ, Jr., Neville P, Linares HA, Winchester Y, Lopez A. Risk factors for early occurring pressure ulcers following spinal cord injury. Am J Phys Med Rehabil 1988; 67:123-127.
(20) Rodriguez GP, Garber SL. Prospective study of pressure ulcer risk in spinal cord injury patients. Paraplegia 1994; 32:150-158.
(21) Jiricka MK, Ryan P, Carvalho MA, Bukvich J. Pressure ulcer risk factors in an ICU population. Am J Crit Care 1995; 4(5):361-367.
(22) Marchette L, Arnell I, Redick E. Skin ulcers of elderly surgical patients in critical care units. Dimens Crit Care Nurs 1991; 10:321-329.
(23) Robnett MK. The incidence of skin breakdown in a surgical intensive care unit. J Nurs Qual Assur 1986; 1:77-81.
(24) Allman RM, Laprade CA, Noel LB, Walker JM, Moorer CA, Dear MR et al. Pressure sores among hospitalized patients. Ann Intern Med 1986; 105:337-342.
(25) Clarke M, Kadhom HM. The nursing prevention of pressure sores in hospital and community patients. J Adv Nurs 1988; 13:365-373.
(26) Gosnell DJ, Johannsen J, Ayres M. Pressure ulcer incidence and severity in a community hospital. Decubitus 1992; 5:56-8, 60, 62.
(27) Langemo DK, Olson B, Hunter S, Hanson D, Burd C, Cathcart Silberberg T. Incidence and prediction of pressure ulcers in five patient care settings. Decubitus 1991; 4:25-6, 28, 30.
(28) Williams A. A study of factors contributing to skin breakdown. Nurs Res 1972; 21:238-243.
(29) Chan WH, Chow KW, French P, Lai YS, Tse LK. Which pressure sore risk calculator? A study of the effectiveness of the Norton scale in Hong Kong. Int J Nurs Stud 1997; 34(2):165-169.
(30) Cullum N, Clark M. Intrinsic factors associated with pressure sores in elderly people. J Adv Nurs 1992; 17:427-431.
(31) Bergstrom N, Braden B. A prospective study of pressure sore risk among institutionalized elderly. J Am Geriatr Soc 1992; 40(8):747-758.
(32) Bergstrom N, Braden B, Kemp M, Champagne M, Ruby E. Multi-site study of incidence of pressure ulcers and the relationship between risk level, demographic characteristics, diagnoses, and prescription of preventive interventions. J Am Geriatr Soc 1996; 44(1):22-30.
(33) Brandeis GH, Morris JN, Nash DJ, Lipsitz LA. The epidemiology and natural history of pressure ulcers in elderly nursing home residents. Journal of the American Medical Association 1990; 264:2905-2909.
(34) Burd C, Langemo DK, Olson B, Hanson D, Hunter S, Sauvage T. Skin problems: epidemiology of pressure ulcers in a skilled care facility. J Gerontol Nurs 1992; 18(9):29-39.
(35) Van Marum RJ, Germs P, Ribbe MW. De risicoscoring voor decubitus volgens Norton in een verpleeghuis. Tijdschr Gerontol Geriatr 1992; 23:48-53.
(36) C.B.O. Consensus preventie decubitus. Utrecht: CBO, 1985.

 

Defloor T., Herremans A., Grypdonck M. et al. Herziening Belgische richtlijnen voor Decubituspreventie. Brussel: Federaal Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, 2004.