<Overzicht>
<Principe> <Literatuur>
<Aanbevelingen> <Verwijzingen>
De
hielen zijn drukpunten bij de patiënt die de nodige aandacht vragen
in het kader van decubituspreventie. De druk ter
hoogte van de hielen kan hoge waarden aannemen,
zelfs bij het gebruik van hulpmiddelen zoals drukreducerende matrassen
.
Decubitus
ter hoogte van de hielen komt dan ook frequent
voor: 20% tot 80% van de gerapporteerde letsels bevinden zich ter hoogte
van de hielen en/of enkels .
In de Nederlandse prevalentiemeting
waren 32.6% van de decubitusletsels aan de hielen
gelokaliseerd. In Belgische metingen
bestond 17.4% van de
decubitusletsels uit hielletsels en 23.7% van de patiënten met letsels
hadden meerdere letsels.
Niet
alleen bij oudere patiënten maar ook bij jongere patiënten is
bijkomende aandacht nodig voor de hielen als
potentiële plaats voor decubitusletsels. Bij operatieve ingrepen werden
letsels genoteerd indien geen preventieve maatregelen peroperatief
genomen werden .
Het
frequent optreden van hieldecubitus ondanks
het gebruik van hulpmiddelen zoals drukreducerende matrassen
is te verklaren door het feit dat deze matrassen
in onvoldoende mate het drukoppervlak ter hoogte van de hielen
kunnen vergroten om de druk te
spreiden. Het drukoppervlak ter hoogte van de hiel is klein en van
drukspreiding over ander weefsel kan hier weinig sprake zijn. De druk
die uitgeoefend wordt ter hoogte van de hiel blijft hoog.
Verminderen
van de grootte van de druk en schuifkracht.
De
laagste druk ter hoogte van de hielen
wordt gemeten bij zwevende
hielen, nl. 0 mmHg Hierbij wordt een gewoon kussen onder de onderbenen geplaatst,
van aan de kniekuil tot aan de achillespees, waarbij de hiel opgetild
wordt en niet langer op de matras steunt.
Commerciële producten zijn slechts zinvol indien ze erin slagen de hiel
van het ondersteunend oppervlak op te tillen (14).
Een
gewoon hoofdkussen is niet geschikt om gebruikt te worden om zwevende
hielen te bekomen, aangezien het doorzakt wanneer de onderbenen hierop
steunen, waardoor de hielen alsnog op de matras komen te liggen.
Bovendien kan een gewoon hoofdkussen te gemakkelijk weggeduwd worden,
zodat de hielen op de matras steunen. Wanneer een patiënt zich
omdraait, verplaatst het kussen zich vaak mee en komen de hielen
mogelijk op het kussen of op de matras terecht. Het is aangewezen een
kussen te gebruiken dat de volledige breedte van de matras inneemt, niet
makkelijk verschuift of zelfs gefixeerd kan worden op het bed. Het is
sterk aanbevolen een kussen te gebruiken dat bestaat uit drukreducerend
materiaal, zodat de hielen alsnog op een drukreducerend oppervlak
steunen wanneer de patiënt de benen intrekt.
Bij
het gebruik van een kussen onder de onderbenen van de patiënt moet
gezorgd worden dat het kniegewricht voldoende ondersteund wordt zodat er
geen gewrichtsproblemen ontstaan ter hoogte van het kniegewricht. Door
de knie goed te ondersteunen, wordt overstrekking van de knie voorkomen.
Problemen rond een verhoogde trombosevorming werden niet gemeld en
lijken bijzonder onwaarschijnlijk.
Williams
toonde aan dat het
gebruik van met water gevulde handschoenen onder de hielen
de druk deed toenemen in plaats van
afnemen. Door de verhoging onder de hiel ligt de kuit vrij, waardoor het
drukoppervlak kleiner wordt en de druk
toeneemt.
Het
gebruik van
ringkussens (‘donut’-type) waarop de hielen
steunen veroorzaakt oedemen en vergroot de druk
op de plaatsen waar het ringkussen in aanraking komt met het oppervlak
van de patiënt .
Indien
een patiënt geplaatst wordt op een drukreducerende matras
of een
alternerende matras is dit onvoldoende in de preventie van
decubitusletsels ter hoogte van de hielen.
De druk ter hoogte van de hielen
blijft hoog aangezien de druk te
beperkt gespreid of verplaatst kan worden.
Door
het onder de onderbenen van een patiënt aanbrengen van een kussen dat
de gehele breedte van de matras inneemt en niet
verschuift of gefixeerd is op het bed, worden de hielen opgetild van de
onderliggende matras. Er moet wel gezorgd worden
dat het volledige onderbeen ondersteund is. Indien het kniegewricht niet
voldoende ondersteund wordt, kunnen daar gewrichtsproblemen ontstaan.
Het
oprollen van een handdoek of schapenvacht
en deze onder de achillespees plaatsen, zorgt voor een te klein contactoppervlak
waardoor toch decubitus (ter hoogte van de achillespees) kan optreden.
Deze werkwijze mag dus niet meer worden toegepast.
Indien
de patiënt om één of andere reden (comateuze toestand, operatieve
ingreep, …) langdurig immobiel is, moeten de hielen
opgetild worden van de matras. Anders is het gevaar voor decubitus
groot.
(1) Maklebust
JA, Mondoux L, Sieggreen M. Pressure relief characteristics of
various support surfaces used in prevention and treatment of
pressure ulcers. J Enterostomal Ther 1986; 13:85-89.
|
(2) Jeneid
P. Static and dynamic support systems-pressure differences on
the body. In: Kenedi RM, Cowden JM, Scales JT, editors. Bedsore
biomechanics. London: Mac millan, 1976: 287-299.
|
(3) Thompson
Bishop JY, Mottola CM. Tissue interface pressure and estimated
subcutaneous pressures of 11 different pressure-reducing support
surfaces. Decubitus 1992; 5:42-6, 48.
|
(4) Bale
S, Price P, Rees MS, Harding KG. Pressure area care. Recognizing
the feet as being at risk for pressure damage. Br J Nurs 2001;
10:1320, 1322, 1324-1320, 1322, 1326.
|
(5) Gunningberg
L, Lindholm C, Carlsson M, Sjoden PO. Reduced incidence of
pressure ulcers in patients with hip fractures: a 2-year
follow-up of quality indicators. Int J Qual Health Care 2001;
13(5):399-407.
|
(6) Schue RM,
Langemo DK. Pressure
ulcer prevalence and incidence and a modification of the Braden
Scale for a rehabilitation unit. J Wound Ostomy Continence Nurs
1998; 25(1):36-43.
|
(7) Nyquist
R, Hawthorn PJ. The prevalence of pressure sores within an area
health authority. J Adv Nurs 1987; 12:183-187.
|
(8) Guin P,
Hudson A, Gallo J. The efficacy of six heel pressure reducing
devices. Decubitus
1991; 4:15-6, 18, 20.
|
(9) Belgische
Werkgroep voor Kwaliteitszorg ter Preventie van Decubitus.
Decubitus en zijn kwaliteitsindicatoren. Resultaten nationale
audit 4 juni 1998 en vergelijking 1995-'96-'97-'98. Brussel:
Belgisch Ministerie van Volksgezondheid en Leefmilieu, 1998.
|
(10) Smet IG, Vercauteren
MP, De Jongh RF, Vundelinckx GJ, Heylen RJ. Pressure
sores as a complication of patient-controlled epidural analgesia
after cesarean delivery. Case report. Reg Anesth 1996;
21(4):338-341.
|
(11) Smith
I. Pressure sores. Two. Heel aids. Nurs Times 1984;
80(36):35-39.
|
(12) Panel
for the Prediction and Prevention of Pressure Ulcers in Adults.
Pressure ulcers in adults : prediction and prevention. Clinical
practice guideline number 3. Rockville: Agency for Health Care
Policy and Research, Public Health Service, U.S. Department of
Health and Human Services, AHCPR Publication No. 92-0047, 1992.
|
(13) Tymec
AC, Pieper B, Vollman K. A comparison of two pressure-relieving
devices on the prevention of heel pressure ulcers [see
comments]. Adv Wound Care 1997; 10(1):39-44.
|
(14) Pinzur
MS, Schumacher D, Reddy N, Osterman H, Havey R, Patwardin A.
Preventing heel ulcers: a comparison of prophylactic
body-support systems. Arch Phys Med Rehabil 1991; 72(7):508-510.
|
(15) Williams
C. Using water-filled gloves for pressure relief on heels. J
Wound Care 1993; 7(2):345-348.
|
<Overzicht> <Principe>
<Literatuur> <Aanbevelingen>
<Verwijzingen>
|