<Overzicht>
<Omschrijving> <Principe>
<Literatuur> <Aanbevelingen>
<Verwijzingen>
<Luchtkussen>
<Foamkussen> <Holle-vezelkussen>
<Waterkussen> <Gelkussen>
<Schapenvacht>
In
zithouding
is de druk erg groot ter
hoogte van het contactoppervlak, het
zitvlak .
De druk is veel hoger dan de druk die
gemeten wordt in de verschillende lighoudingen (zie houdingen). In het
kader van algemene preventieve maatregelen moet hier zeker rekening mee
gehouden worden en moet de aaneengesloten tijd in zithouding
bij patiënten met een decubitusrisico beperkt worden.
Om
de druk in zithouding
te verminderen, worden anti-decubituskussens gebruikt. Dergelijke
kussens kunnen de druk maar reduceren
door het contactoppervlak te vergroten
en zo het lichaamsgewicht over een groter oppervlak te spreiden. Slechts
op deze wijze kan een drukreductie ontstaan ter hoogte van de
risicovolle drukpunten bij de patiënt (zitbeenknobbels). Een goed
anti-decubituskussen moet als voornaamste eigenschap hebben dat de
aanwezige druk zo gelijkmatig
mogelijk wordt verdeeld over een groot contactoppervlak
(groter oppervlak dan wanneer geen kussen wordt gebruikt). Op deze wijze
wordt het weefsel ter hoogte van de drukpunten minder vervormd .
Anti-decubituskussens
zijn hulpmiddelen die ter preventie van decubitus op stoelen, in zetels
en/of rolstoelen geplaatst worden en die de druk
ter hoogte van het contactoppervlak
verminderen. Gezien de aard en de samenstelling van het kussenmateriaal
zal de vormconsistentie ervan wijzigen ten gevolge van de druk
die erop uitgeoefend wordt door de patiënt en zal het contactoppervlak
waarop de patiënt steunt groter worden.
Verminderen
van de grootte van de druk en de schuifkracht.
De
luchtkussens reduceren de druk het
sterkst in vergelijking met foamkussens, gelkussens,
gel- en foamkussens, holle-vezelkussens,
waterkussen en schapenvachten
en dit zowel in rechtopzittende
als in schuin- of onderuitgezakte
zithouding .
Bij
dunne luchtkussens treedt echter sneller een ‘bottoming-out’
effect (zie figuur 1)
op dan bij dikke luchtkussens. De patiënt wordt dan niet langer
ondersteund door het kussen, maar steunt op het onderliggende oppervlak.
Hierdoor ontstaat een hoge maximumcontactdruk .
Uit de studie van Vermeir (12) bleek dat
gecompartimenteerde luchtkussens (luchtkussens die bestaan uit meerdere
compartimenten) een beter drukreducerend vermogen hebben dan
niet-gecompartimenteerde luchtkussens.
De
elasticiteit van de hoes is van belang. De
eigenschappen van deze hoes kunnen de drukverdeling
negatief beïnvloeden doordat ze een trekspanning in het belaste
oppervlak kunnen teweegbrengen, het zogenaamde hangmateffect
Ringkussens
zijn ook luchtkussens, maar beperken het contactoppervlak
tot een kleine ring. Ringkussens kunnen schade veroorzaken in plaats van
voorkomen. Zij veroorzaken oedemen en een hoge druk
langs de zijkanten . Kussens waarbij het
contactoppervlak verkleind wordt - wat
het geval is voor een ringkussen - verhogen de druk
en dus het decubitusrisico
Er
bestaat geen eenduidigheid over het drukreducerend effect van foamkussens.
Sommige foamkussens slagen erin de druk
te doen afnemen, terwijl andere daar niet in slagen. De visco-elastische
foamkussens behoren tot de beter
drukreducerende kussens
Het
drukreducerend vermogen van visco-elastische
foamkussens is bij rechtopzittende
personen vergelijkbaar met dat van luchtkussens.
In een onderuitgezakte of schuingezakte zithouding
is het drukreducerend vermogen van de visco-elastische
foamkussens echter minder goed dan van de
luchtkussens
In
een drukmeting
van 4 verschillende holle-vezelkussens
worden bij 2 kussens geen drukreductie en bij 2 kussens een minimale
drukreductie geconstateerd bij rechtopzittende
personen in een zetel . In welke mate een
‘bottoming-out’ effect snel optreedt, werd voor deze kussens
niet onderzocht.
Deze
bevindingen worden ook teruggevonden in het onderzoek van Vandewalle . In vergelijking met
de standaard (rolstoel zonder extra kussen) worden significant lagere
drukken gemeten.
Het
waterkussen reduceert de druk in
stabiele rechtopzittende
houding .
In een onderuit- of schuingezakte houding
blijkt de druk op een waterkussen
hoog te zijn . Daar stabiel zitten
op een waterkussen bijna onmogelijk is, is het gebruik van een
waterelement af te raden in de preventie van decubitus. Bovendien
bestaat het gevaar voor afkoeling en onderkoeling van personen die
zitten op een waterkussen.
Het
gelkussen is een frequent gebruikt hulpmiddel
in de preventie van decubitus. Toch blijkt het drukreducerend effect
niet of onvoldoende aanwezig .
Defloor en Grypdonck
constateren zelfs dat
sommige gelkussens de druk
verhogen in plaats van doen afnemen.
Hoewel
het gebruik van een schapenvacht
sterk ingeburgerd is, zijn geen studies te vinden die dit gebruik
rechtvaardigen. Het drukreducerend vermogen van zowel de synthetische
als van de natuurlijke schapenvacht is onbestaande .
In
zithouding worden
zeer hoge drukken gemeten ter hoogte van de zitbeenknobbels. Indien
patiënten in zithouding
gepositioneerd worden, moet dit gebeuren in de meest aangepaste houding
en gebruikmakend van een drukreducerend
kussen
Een
patiënt laten opzitten ter preventie van decubitus is zinvolle
maatregel. Dit betekent niet dat risicopatiënten zoveel mogelijk in bed
moeten blijven liggen en niet mogen opzitten. Het betekent wel dat bij
risicopatiënten tijdens het opzitten extra maatregelen moeten genomen
worden.
Ter
hoogte van de zitbeenknobbels wordt een veel hogere druk
gemeten in een schuingezakte of onderuitgezakte
zithouding dan in een rechtopzittende
houding. In een stabiele zithouding
wordt de grootste drukreductie bekomen door de luchtkussens
en de visco-elastische
foamkussens. In een schuin- of onderuitgezakte
houding blijken de dikkere luchtkussens
beter de druk te reduceren dan de
andere kussens
Bij patiënten die
onderuit- of schuinzakken en waarbij het niet lukt om dit te voorkomen
(met kussens en/of door het achteroverkantelen van de rugleuning), wordt
best een dik luchtkussen gebruikt.
Het
gebruik van een antidecubituskussen zal de druk
niet in voldoende mate reduceren om decubitus te voorkomen .
Het moet gecombineerd worden met wisselhouding,
zij het dat deze wisselhouding
met een lagere frequentie zal moeten gebeuren dan wanneer geen drukreducerend
kussen zou gebruikt worden (zie wisselhouding).
Luchtkussens
genieten de voorkeur omdat zij een belangrijke drukreductie kunnen
bewerkstelligen zowel in rechtopzittende als in schuin- of
onderuitgezakte houding. Indien het
luchtkussen niet voldoende is opgeblazen, kan een bottoming-out
optreden en zal de patiënt rechtstreeks rusten op het onderliggende
(harde) materiaal. Hierdoor neemt de druk toe.
De
drukreductie die sommige foamkussens
bewerkstelligen, is substantieel. De visco-elastische
foamkussens en sommige gewone foamkussens
slagen erin de druk substantieel te
verminderen. Dit is echter niet zo voor alle foamkussens.
Bij
gebruik van een foamkussen moet de patiënt stabiel zitten. De zithouding
moet regelmatig gecontroleerd en eventueel gecorrigeerd worden.
Onderuitzakken en schuinzakken moet voorkomen worden. Hiervoor kunnen
kussens gebruikt worden of kan de rugleuning van de zetel worden
achterovergekanteld. De benen moeten dan op een bankje gepositioneerd
worden met de hielen drukvrij (zie zithoudingen).
Net
zoals bij de statische
matrassen is er nog onvoldoende onderzoek beschikbaar om een beste
koop van statische kussens te kunnen
aanduiden. Bij kussens is de drukreducerende eigenschap eveneens één
van de belangrijke criteria bij de aankoop van kussens. Toch moet er bij
de aankoop van kussens sterk rekening gehouden worden met het feit dat
enkel en alleen de drukreducerende eigenschap niet voldoende is in de
preventie van decubitus. Aangezien de oppervlakte niet veel vergroot kan
worden moeten andere criteria mee in beschouwing worden genomen. Voor
rolstoelpatiënten wordt aanbevolen op individuele basis zitkussens te
selecteren
Het uitvoeren van drukmetingen
bij elke rolstoelpatiënt om de keuze van het meest aangepaste kussen te
bepalen, lijkt zinvol.
Volgende
bijkomende aandachtspunten moeten mee in rekening gebracht worden bij de
aanschaf van drukreducerende kussens:
-
Statische
kussens moeten de stabiliteit van de patiënt garanderen. Het
onderuitzakken verhoogt de drukken en vernietigt op deze wijze de
drukreducerende eigenschap van het materiaal (zie houdingen).
Individueel aangepaste kussens waardoor het drukoppervlak vergroot
wordt, genieten aldus de voorkeur
-
Statische
kussens moeten schuifkrachten
vermijden. In principe moet het kussen zich mee verplaatsen met het
lichaam van de patiënt als deze zich verplaatst (.
-
Statische
kussens moeten comfortabel zijn voor de patiënt en voor de
zorgverlener .
-
Een
‘bottoming-out’ effect
mag niet optreden, ook niet bij obese patiënten: indien bij handcheck
het lichaamsoppervlak van de patiënt gevoeld kan worden, komt de
effectiviteit van het gebruikte materiaal in het gedrang .
Naast
deze elementaire kenmerken die van belang zijn bij de beslissing tot
aankoop van statische kussens, zijn een
aantal bijkomende criteria evenzeer belangrijk: verhouding prijs –
kwaliteit, duurzaamheid, brandbestendigheid, vocht en
temperatuurregulatie, hygiëne en onderhoud .
De
drukreductie van holle-vezelkussens
is onbestaande of te beperkt om decubitus te voorkomen.
De
druk op waterkussens
is weliswaar laag, maar door het niet rechtop
kunnen zitten op een dergelijk kussen zakt de patiënt onderuit of
schuin. Hierdoor nemen het discomfort en de druk
sterk toe. Ook de temperatuurschommelingen van het waterkussen
beïnvloeden het comfort van de patiënt. Voor de zorgverlener is het waterkussen
zwaar en onhandig in gebruik.
Gelkussens
kunnen best niet gebruikt worden aangezien hun drukreducerend effect
onvoldoende of afwezig is.
Een
schapenvacht veroorzaakt geen
drukreductie. Veelvuldig gewassen schapenvachten zijn niet langer glad
en soepel. De haren van de vacht kunnen samenklitten en veroorzaken dan
punten van hogere druk. Bij gebruik
liggen ze vaak niet effen in bed of zetel en verhogen zo de druk.
Een schapenvacht bovenop een drukreducerend
kussen of matras vermindert het drukreducerend
vermogen van het kussen en de matras en doet de
kans op decubitus toenemen. Volgens Maklebust e.a.
kan de schapenvacht
zorgen voor verhitting en verhoogde transpiratie ter plaatse.
Schapenvachten worden dan ook best niet gebruikt.
Ringkussens
slagen er niet in de druk te
verminderen. Integendeel, ze verhogen de druk.
Ze veroorzaken dus decubitus in plaats van het te voorkomen. Het gebruik
van ringkussens moet vermeden worden.
(1) Sprigle S,
Chung KC, Brubaker CE. Reduction of sitting pressures with
custom contoured cushions. J
Rehabil Res Dev 1990; 27:135-140.
|
(2) Garber SL,
Krouskop TA, Carter RE. A
system for clinically evaluating wheelchair pressure-relief
cushions. Am J Occup Ther 1978; 32(9):565-570.
|
(3) Souther
S, Carr SD, Vistnes LM. Wheelchair cushions to reduce pressure
under bony prominences. Arch Phys Med Rehabil 1974;
55(10):460-464.
|
(4)
Vandewalle E. Het drukreducerend effect van
rolstoelkussens. Niet-gepubliceerde Eindverhandeling K.U.Leuven,
1994.
|
(5) Bale
S, Price P, Rees MS, Harding KG. Pressure area care. Recognizing
the feet as being at risk for pressure damage. Br J Nurs 2001;
10:1320, 1322, 1324-1320, 1322, 1326.
|
(6)
Kahmann LRM. Stand van zaken. Ligondersteuning. 2 ed.
Amsterdam: Gemeenschappelijke Medische Dienst, 1991.
|
(7)
Defloor T, Grypdonck M. Anti-decubituskussens,
drukvermindering of toch niet ? Hospitalia
1997; 41(1):18-24.
|
(8) Shechtman
O, Hanson CS, Garrett D, Dunn P. Comparing wheelchair cushions
for effectiveness of pressure relief: a pilot study. Occup Ther
J Res 2001; 21:29-48.
|
(9) Yuen
HK, Garrett D. Comparison of three wheelchair cushions for
effectiveness of pressure relief. Am J Occup Ther 2001;
55(4):470-475.
|
(10) Defloor
T, Grypdonck M. Het belang van zithouding en drukreducerende
kussens in het ontstaan van drukletsels. Verpleegkunde
1998; 13(3):185-194.
|
(11) Krouskop
TA, Williams R, Noble P, Brown J. Inflation pressure effect on
performance of air-filled wheelchair cushions. Arch Phys Med
Rehabil 1986; 67:126-128.
|
(12) Vermeir I, Defloor T,
Grypdonck MH. Verschillende drukmetingen van
anti-decubitus luchtkussens bij personen in verschillende
houdingen. Universiteit Gent, 2003.
|
(13) Staarink
HAM. Sitting
posture, comfort and pressure; assessing the quality of
wheelchair cushions. Delft: Technische Universiteit
Delft, 1995.
|
(14) Crewe
RA. Problems of rubber ring nursing cushions and a clinical
survey of alternative cushions for ill patients. Care Sci Pract
1987; 5:9-11.
|
(15) Bakker
H. Herziening consensus decubitus. 1 ed. Utrecht: CBO, 1992.
|
(16) Panel
for the Prediction and Prevention of Pressure Ulcers in Adults.
Pressure ulcers in adults : prediction and prevention. Clinical
practice guideline number 3. Rockville: Agency for Health Care
Policy and Research, Public Health Service, U.S. Department of
Health and Human Services, AHCPR Publication No. 92-0047, 1992.
|
(17) Rosenthal
MJ, Felton RM, Hileman DL, Lee M, Friedman M, Navach JH. A
wheelchair cushion designed to redistribute sites of sitting
pressure. Arch Phys Med Rehabil 1996; 77(3):278-282.
|
(18) Apatsidis DP, Solomonidis
SE, Michael SM. Pressure
distribution at the seating interface of custom-molded
wheelchair seats: effect of various materials. Arch Phys Med
Rehabil 2002; 83(8):1151-1156.
|
(19) Bar CA.
Evaluation of cushions using dynamic pressure measurement.
Prosthet Orthot Int 1991; 15:232-240.
|
(20) Defloor
T, Grypdonck MH. Do pressure relief cushions really relieve
pressure? West J Nurs Res 2000; 22(3):335-350.
|
(21) Alexander
NB, Koester DJ, Grunawalt JA. Chair
design affects how older adults rise from a chair. J Am Geriatr
Soc 1996; 44(4):356-362.
|
(22) Weishaupt WA.
Improvement of seating comfort due to a new wheelchair seating
system. Int
J Rehabil Res 1987; 10:90-99.
|
(23) Defloor
T. Drukreductie en wisselhouding in de preventie van decubitus.
Universiteit Gent, 2000.
|
(24) Garber
SL, Dyerly LR. Wheelchair cushions for persons with spinal cord
injury: an update. Am J Occup Ther 1991; 45:550-554.
|
(25) Garber
SL, Krouskop TA. Body
build and its relationship to pressure distribution in the
seated wheelchair patient. Arch Phys Med Rehabil 1982; 63:17-20.
|
(26) Jay R.
Pressure and shear : their effects on support surface choice.
Ostomy Wound Manage 1995; 41(8):36-44.
|
(27) Staarink
HAM, e.a. Basisboek voorzieningen verplaatsen. Kennisboek
rolstoelkussens. Amsterdam: Gemeenschappelijke Medische Dienst,
1993.
|
(28) Maklebust
J, Sieggreen M. Pressure ulcers. Guidelines for prevention and
nursing management. 2 ed. West Dundee,IL: S-N Publications,
1996.
|
(29) Jester
J, Weaver V. A report of clinical investigation of various
tissue support surfaces used for the prevention, early
intervention and management of pressure ulcers. Ostomy Wound
Manage 1990; 26:39-45.
|
(30) Staarink
HAM, e.a. Voorstellen voor beoordelingscriteria voor
rolstoelkussens. Amsterdam: Gemeenschappelijke Medische Dienst,
1993.
|
<Start> <Overzicht>
<Omschrijving> <Principe>
<Literatuur> <Aanbevelingen>
<Verwijzingen>
|